top of page

Zoo Zoenen     

                                                                                                                                                          


ree

Had ik maar nooit geprobeerd hem te zoenen, die reusachtige, knappe zilverrug. Bij het zien van de posters bij de poort werd ik al warm van binnen. Heerlijk, die leeuwen, giraffen, apen. Omdat de zon scheen en er lente in de lucht was had ik een paar uren vrij genomen om op mijn gemak door de Zoo te wandelen. De geluiden om me heen: allerlei vogels, en even later schreeuwende apen, ik genoot ervan.

Ik liep recht op mijn doel af. Hier was ik het liefst. Bij het eiland van de gorilla’s. Op het bordje bij het hek stond allerlei informatie over de dieren, ook hoe ze heetten. Dit was een mannengroep, er waren geen vrouwtjes. Ik glimlachte om de grappige namen - Uzuri, Kidogo, M'Kono. Mijn favoriet was Bongo, de zilverrug, de leider. Hij bleef maar naar mij staren met z’n diepgelegen, donkere ogen. Heel rustig had ik als groet een arm opgeheven, mijn vingers gespreid, hij volgde het nauwgezet, fronsend. Onze werelden werden gescheiden door een brede sloot. Ik stond op het asfaltpad van de dierentuin, deze gorilla’s waren op het door mensen gecreëerd eiland, golvend begroeid met gras en voorzien van bomen, klimpalen, struiken.


Opeens maakte hij geluid, een luid, indringend brommen. Hij reikte met z’n stevig gespierde armen naar voren in mijn richting en bleef maar turen. De tak met bladeren waarvan hij at, liet hij achteloos vallen. Een korte serie kreten stuurde hij mijn kant op. Het klonk als een verzoek, een uitnodiging. Toen roffelde hij op z’n borst. “Ik ben de baas en wat ik wil gebeurt!” Dat was wat ik ervan maakte. Mijn voeten namen me mee langs de randen van het gorillaverblijf, steeds een beetje sneller, gejaagd. Ik voelde zijn ogen, al zag ik ze niet. Er was iets dat hem kwelde. Toen opeens, kwam hij met zware pas aangesjokt naar de plek waar ik was. Daar raakte het eiland bijna de andere kant, die van de bezoekers. Mijn adem stokte in mijn keel. Als die zware betraliede poort er niet geweest was, had ik hem met gemak kunnen bereiken, aanraken zelfs. Ik voelde dat ik rilde. Wat ik ook deed om het trillen te stoppen, het werkte niet. Ik leek wel betoverd. En opeens torende hij in al zijn grandeur boven mij uit. Hij keek mij aan en bromde zacht. Friemelde zijn brede, gerimpelde grijze handen tussen de tralies door.


Achter me hoorde ik een aanzwellend geroezemoes en ik besefte even dat er hier ook andere bezoekers waren. Toch stapte ik wankelend maar resoluut omhoog in de lussen van het prikkeldraad dat onderaan de poort gespannen was. Ik reikte door de tralies naar Bongo. Hij had mij uitverkoren, ik moest nu doorpakken. Ik voelde zijn stevige huid, zijn warm briesende adem op mijn gezicht. Zag zijn glanzende zwarte vacht. Het was een onverklaarbare aantrekkingskracht. Ik hijgde.


Terwijl ik zacht lieve woordjes in zijn mooie grijze oren murmelde, probeerde ik zijn handen te zoenen. Hij kreunde en pakte mij stevig vast bij mijn rechter pols. Hij trok, ik gleed uit. Het scherpe prikkeldraad drong ongenadig ik mijn schouder. Nu was ík het die geluid maakte. Helder rood bloed drong door mijn blouse en droop omlaag. Het publiek roerde zich. Duizelig keek ik rond. Opeens mannen met een brancard, dierenverzorgers die mijn gorilla verjaagden, wijzende armen, geroep en gefluister.


Terwijl de verpleegkundige in de ambulance druk uitoefende op mijn beschadigde slagader, zakte ik weg in een droom. In het tropisch regenwoud, ergens in Afrika, liep ik zij aan zij met Bongo. Hij was de koning, ik de koningin. We droegen zachte groene gewaden. Hij keek mij liefdevol aan. Ik voelde me voldaan, gelukkig.


De Schrijfgroep komt maandelijks bijeen. We werken zonder docent, kiezen zelf de opdrachten.Hierbij een tekst van één van de ‘schrijvers’, Jean Wartena.


Opdracht: Schrijf een vervolg op een gegeven beginzin (die is vetgedrukt)   oktober 2025     

 
 
 

Opmerkingen


© 2020  Geboekt in Haren.   Ontwerp: Jeannette Ensing Groningen  Foto's achtergrond: Bob de Vries @ 2020

bottom of page