Op weg ... waar naar toe
- Karel Hupperetz
- 29 apr
- 4 minuten om te lezen

Op weg … waar naar toe?
We leven op dit moment in onzekere tijden. We zijn omringd door nogal wat problematische wereldleiders zoals Trump, Poetin, Netanyahu, Erdogan, Orban en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Ik ben al heel lang een intensieve krantenlezer, maar vanwege deze openingszin vlieg ik op dit moment snel door de kranten heen.
Ik had willen starten met een uitvoerige diagnose over de versnelde technische ontwikkelingen en de toegenomen mobiliteit vanaf de 19de eeuw. Naast het actuele kantelpunt heeft er in ons bestaan een sterke toename van tempo en snelheid plaatsgevonden. Iedereen kan daarvan een lijst maken in deze wereld van virtual reality, van het overspoeld worden door informatie en het bijhouden daarvan en van het altijd bereikbaar zijn. Velen reizen en vliegen eindeloos in onze 24 uurseconomie en moeten successen boeken.
Vrijwel iedereen is verslaafd aan zijn telefoon. De waarheid doet er niet meer toe in deze periode van alternatieve waarheden en nepnieuws. De tijd dendert maar door bij deze permanente versnelling. Kortom: de oude wereldorde lijkt te worden afgebroken.
Gelukkig hebben wij nog wel kwaliteitskranten en goede publicisten die ons nog wat hoop geven, dat het nog niet alleen maar puinhopen zijn. Een paar voorbeelden: het Dagblad van het Noorden van 21 maart had een bijdrage over polarisatie en conflicten van dr. Carsten de Dreu, hoogleraar aan de RUG.
Op 22 maart publiceerde de NRC een belangrijk artikel van zijn redacteur Sjoerd de Jong over de Anne Vondelingprijs van Lamyae Aharouay, politiek redacteur van de NRC.
In de Volkskrant van diezelfde dag: Kustaw Bessems over de democratie in gevaar, over de noodzaak van meerstemmigheid, een interview met de nieuwe Denker der Nederlanden, de Vlaming David van Reybrouck. en een uitvoerig verhaal van Joost de Vries naar aanleiding van Byung-Chul Han en zijn recente publicaties.
In de periode daarvoor las ik naar aanleiding van de Boekenweek meerdere bijdragen en vooral het interview in de Volkskrant van 15 maart met de wetenschapshistoricus Wijnand Mijnhardt. Hetzelfde gebeurt uiteraard ook op TV met programma’s als Buitenhof en WNL.
Het lijken actuele ontwikkelingen, maar ik ben altijd blij dat ook in het verre verleden mensen zich druk maakten over de hectische tijden van toen. Al in de tijd van de Romeinen schreef de schrijver en filosoof Seneca in zijn Brieven aan Lucilius een lofzang op een gelukkig leven met zorgeloosheid en innerlijke rust. Stabiliteit was in zijn visie het summum van geluk.
Montaigne (1533-1592) zocht na een actief bestaan in de openbaarheid en samenleving vanaf 1571 rust in zijn chateau in de toren van de derde verdieping, in zijn bibliotheek, als vlucht uit de chaotische tijd van toen. Daar vond hij rust voor zijn gedachten en observaties, werkte hij als eenzame lezer aan zijn Essays, een vorm van schrijvend denken.
Tegenover de rusteloze mensen (Inquies) , die het maar druk hadden, noteerde Pascal (1623-1662) in zijn Pensees dat we niet meer in staat lijken te zijn om rustig in een kamer te blijven (‘Chez soi avec plaisir demeurer en repos dans un chambre’).
Ook bij Rousseau zijn de Jours tranquilles, de rustige dagen, omgeslagen in grenzeloosheid.
In de brieveneditie van Goethe uit de tijd tussen 1821-1832 beklaagt Goethe zich erover dat het onheil van zijn tijd niets meer laat rijpen. Hij benoemt dat fenomeen in een brief als ‘Veloziferisch’, een eigen variatie en combinatie van velocitas (snelheid) en duivels (Lucifer). Dat was zijn pleidooi voor vertraging. Het is zeker geen toeval dat in Frankrijk in de 19de eeuw de loopfiets ‘velocifère’ werd genoemd.
In 1849 kwam Grillparzer in navolging van Goethe tot de volgende balans: ‘Der Weg der neuen Bildung geht von der Humanität durch die Nationalität zur Bestialität’.
Tot slot: bij de eerste Boekenweek vanaf november 1930, werd de promotie van het boek aangeprezen met de tekst: tegen oppervlakkigheid in onrustige, gejaagde tijd. Ook individuele acties tegen de drang naar groei en profijt, zoals de eenling die protesteerde, toen Mevrouw Nina Brink haar gang naar de beurs aantrad, en die daar met een koekenpan demonstreerde tegen die ‘gebakken lucht’ kan ik zeer waarderen.
Gelukkig zijn er ook nu bepaalde auteurs zoals de Vlaamse filosoof Ignaas Devisch (1970) en vooral de Duitse hoogleraar sociologie in Jena, Hartmut Rosa (1965) die tal van publicaties hebben gewijd aan de veranderende structuur van de tijd, aan een diagnose van onze samenleving en aan de noodzaak van ‘Entschleunigung’(onthaasting).
Het is geen toeval dat Rosa in 2019 een eredoctoraat in ontvangst mocht nemen bij de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.
Gelukkig kan ik de kort geschetste ontwikkelingen in onze tijd en samenleving niet oplossen. Zoals gezegd zijn er tijdgenoten die ons waarschuwen, die met tegenvoorstellen komen. Ikzelf kan niet meer dan vragen stellen omdat er nauwelijks meer sprake is van gedeelde normen en waarden, van gemeenschapszin, van rust, concentratie, bezinning en reflectie. Ik koester zaken als pluriformiteit en diversiteit, hecht aan stilte, leegte en rust. Willen we iets doen aan vervreemding, stress en burn-out is het nodig iets meer coherentie terug te winnen in de maatschappij. Velen gaan te vaak puur mee in de wereld van amusement en oppervlakkigheid.
Geen toeval dat al in 1985 het boek: Amusing ourselves to death, de kritische analyse van Neil Postman verscheen. We worden gedwongen meer afstand in acht te nemen, na te denken over het heden en de nabije toekomst, op zoek naar een beetje meer evenwicht. De bovengenoemde Rosa gebruikte in een interview (NRC 22.12.2023) het Duitse woord ‘Aufhören’ met een dubbele betekenis: enerzijds stoppen, stilstaan, maar ook: luisteren naar iets buiten onszelf, aangesproken worden door iets.
Gezien mijn leeftijd kan ik mij goed vinden in het boek van Xavier de Maistre (1763-1852) over de reis door zijn kamer, waarbij onze Maarten Biesheuvel in 1984 een boek met dezelfde titel schreef. Wellicht vinden we dan de oude Romeinse ‘tranquillitas animi’ wat terug, of in de woorden van Vasalis: ik droomde dat ik langzaam leefde.
Karel Hupperetz
Comments