Harald Szeeman
- Karel Hupperetz
- 13 aug
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 20 aug
Een bekende kunsthistoricus
Het is inmiddels 20 jaar geleden dat de beroemde Zwitserse kunsthistoricus Harald Szeeman

(1933-2005) is overleden. Szeeman werd geboren in Bern, had een Hongaarse vader en een Zwitserse moeder.
Bij een lezing in Rotterdam heeft hij zichzelf ooit een ‘a-historische kunsthistoricus’ genoemd. In later tijd werd hij beroemd door talloze legendarische exposities in Europa.
Aanvankelijk studeerde hij kunstgeschiedenis, archeologie en journalistiek. Tussen 1961 en 1969 was hij directeur van de Berner Kunsthalle en had hij een tijdje een eenmanstheater. Uiteindelijk richtte hij een eigen bedrijf op: Die Agentur für geistige Gastarbeit.
Hij was heel goed op de hoogte van de internationale ontwikkelingen in de moderne kunst, zoals concept-art en minimal art, maar uiteindelijk was hij alleen geïnteresseerd in overkoepelende thema’s binnen de kunst en het grote geheel. Sinds mijn kennismaking in de Akademie der Künste in Berlijn in 1979 met een grote tentoonstelling rond Ascona, de Monte Verita, ben ik Szeeman altijd blijven volgen.
Sinds 1978 woonde hij in Tegna, in de buurt van Ascona. In de loop van de tijd bracht deze legendarische figuur zo’n 150 exposities tot stand, samen te vatten met de titel van het boek uit 1981 ‘Museum der Obsessionen’. Het gaat daarbij vaak om thematische exposities zoals Junggesellenmachine, Gesamtkunstwerk, maar ook om de Documenta in Kassel in 1972, in de ogen van velen nog steeds een topper.
Een van zijn laatste bijdragen vond plaats in Brussel in het Paleis voor Schone Kunsten naar aanleiding van 175 jaar België: Visionaire België. Ik wijs ook apart op een tentoonstelling in Boymans-Van Beuningen in 1988, in de periode van directeur Wim Crouwel, waar hij als gast-conservator de expositie ‘A-historische klanken’samenstelde.
Ik weet uiteraard dat onze expert, de net overleden Henk van Os, in een lezing in Assen in 2004 wat minder enthousiast is over Szeeman (na te lezen in Augustinus op het strand, Balans, Amsterdam, pag. 150/151).
Jammer genoeg ben ik niet in het bezit van de omvangrijke ‘Catalogue raisonne’, (2007, 768 pag., 962 illustraties, over de periode 1957-2005). Dat alles deel op basis van het archief met zijn nalatenschap/bibliotheek/brieven in het Getty Research Institute in Los Angeles/Californië.
Het fascinerende van zijn omvangrijke oeuvre is naar mijn overtuiging de zoektocht naar relaties tussen kunst, geschiedenis en ideologie. Het gaat Szeeman nooit om losse onderdelen, maar om het geheel van de interpretatie van de complexe realiteit, om wat er rest van een soort van utopie, van een verbeelding van de ideale maatschappij. Szeeman heeft het denken in hokjes, chronologie en genres doorbroken ten gunste van het overschrijdende, het ongrijpbare, de diepere dimensies.
Het is een zoektocht naar de essentie van een bepaal fenomeen zoals het Gesamtkunstwerk in Zürich in 1983, om de samenhang qua thema. Kunst is in zijn visie een specifieke vorm van kennis en inzicht op basis van een diagnose, constellatie of obsessie. Sprekend is de titel van zijn bijdrage aan de Biennale: Befragung der Realität/Bildwelten. Het is geen toeval dat hij vaak op onconventionele plekken werkt om zijn verhaal te vertellen, om op het spoor te komen van onverwachte verbanden zoals in Parijs, het ziekenhuis Salpetrière.
Hij is een kunsthistoricus met een onblusbare fantasie, nieuwsgierig, associatief en eclectisch.
Hij heeft zichzelf steeds vernieuwd, is breed qua opzet en onorthodox, van een ontembare energie. Szeeman wil de kijker/toeschouwer verbazen, overweldigen, wil een zekere magie oproepen. Het is een groot project van een ontdekkingsreis, vol tegenstellingen, maar ook is hij op zoek naar verzoening.
Deze ‘vader’ van de tentoonstellingsmakers was een excentriek voorbeeld voor velen toen hij 71 jaar oud in 2005 overleed, een sleutelfiguur in de kunstwereld van toen.
Karel Hupperetz
Opmerkingen