De Zuidwesterstorm
- John Lahr
- 3 dagen geleden
- 4 minuten om te lezen

De Zuidwesterstorm
( foto: de reddingsboot)
Ype is bezig zijn regenkleding aan te trekken, terwijl een stormachtige wind om het huis raast. Zijn vermoeden begint uit te komen. De voorspellingen liegen er niet om. Een aantrekkende wind en regenvlagen die over het land scheren, verraden de nabije toekomst. Onstuimig weer waarbij de meeste mensen ‘ t liefst thuisblijven. Nu bericht de radio: er is een zware zuidwesten op komst. Ype trekt langzaam zijn pak aan. Femke, zijn vrouw komt binnen lopen en kijkt of alles goed gaat. Zij sjort de veters van het regenpak nog wat strakker aan en kijkt naar Ypes gezicht. Hij staart voor zich uit en Femke vangt zijn heldere blik op, “Wat denk je Ype, moet je vandaag naar zee” ? Ype knikt: “ik vrees het ergste”. Dan wordt er op de deur gebonsd, de bode steekt zijn hoofd naar binnen en zegt :”Je wordt zo spoedig mogelijk bij het boothuis verwacht, Ype.
Er is een schip in nood op zee. Een S.O.S. heeft de strandwacht bereikt en de bemanning van de reddingsboot moet zich gereed maken”. Ype en Femke blijven nog een ogenblik dicht bij elkaar staan en beiden voelen een ongerustheid, zelfs vrees voor de dingen die gaan komen.
Beiden kennen ze de gevoelens van onzekerheid en spanning uit ervaring over een onzekere afloop. Iedere keer, iedere reddingsactie gaat gepaard met een verlammend gevoel en in de afscheidskus is dat gevoel merkbaar. Met een harde klap van de wind die de deur dichtslaat, verlaat Ype het huis.
Hij volgt het pad door de duinen naar het boothuis. De storm is zichtbaar aan de wuivende takken, aan het helmgras dat bijna platgedrukt wordt tegen het zand, hoorbaar aan het suizen van de wind en voelbaar aan zijn onvaste manier van lopen. De twee kilometer lange wandeling alleen al kost hem de nodige moeite. Bij het strand aangekomen ziet hij hoe de golven met een bulderend lawaai en sterke kracht op de kust kapot slaan. Met de krachten van de natuur valt niet te spotten, denkt hij. Dan voelt hij een stevige klap op zijn rug en als hij zich omdraait, ziet hij dat Sjoerd naast hem loopt. Hij schreeuwt hem iets toe maar het geluid gaat verloren in de buldertonen van de natuur.
In het boothuis zitten mannen zwijgend aan een lange tafel. De stemming is bedrukt. Niemand heeft behoefte aan een gesprek. Auke neemt als gewoonlijk de leiding en vertelt dat hij bericht heeft ontvangen voor een reddingsactie. Een S.O.S.! Een driemaster is in moeilijkheden geraakt. Een mast is gebroken en een aantal zeilen kapot gescheurd. Het schip heeft averij opgelopen, is onbestuurbaar en drijft richting kust, waar het waarschijnlijk te pletter zal slaan. We moeten proberen drenkelingen uit zee op te vissen. Willen jullie allemaal je reddingsvesten aantrekken? Zware voetstappen klinken op de houten vloer en iedereen begeeft zich naar de schuur, waar de vesten op haken hangen. De kurkenvesten wegen bijna niets. Het eerste wat ze nu horen is het gehinnik en het briezen van de paarden. De onrust , veroorzaakt door de storm is overgeslagen op de beesten. Ook zij voelen het gevaar en hebben, net als mensen, de behoefte bij gevaar de benen te nemen. De roeiboot staat op een slee en twee keer twee paarden aan beide zijden gaan de boot naar zee trekken.
Als de deuren geopend worden, beginnen de paarden te steigeren, maar worden in toom gehouden. De stormwind geselt het gezelschap en zwiept zandkorrels over het strand. De leidsmannen drijven de paarden vooruit, die met hun oogkleppen en afgewende hoofden proberen de opstuivende zandkorrels tegen de houden, maar ook de mannen wenden hun gezicht zo veel mogelijk af van de pijnlijke zandkorrels. De tocht gaat met horten en stoten vooruit. Het is stilstaan en verder gaan en langzaam trekt de stoet verder tot de kustlijn wordt bereikt. Nu is het bijna zo ver. De wagen moet nog een stukje in zee getrokken worden.
De wind, de regen, het bulderen van de zee vertragen de actie. Ype en Sjoerd zitten vooraan.
Auke schreeuwt dat iedereen de roeispaan moet vastpakken. Een golf tilt de boot op. Ype wacht op het moment dat hij voelt dat de slee onder de boot weggetrokken wordt en gaat drijven. Dan vallen de roeispanen in het water en begint de boot vaart te maken. Onophoudelijk klinken nu de commando’s van Auke: de boot verwijdert zich langzaam van de kust. Een hoge golf tilt de boot op en valt weer terug in het onstuimige zeewater, de mannen worden getroffen door de regenvlaag maar iedereen houdt zich stoïcijns aan zijn taak. Ook Ype. De boot vervolgt zijn koers. Komt er al een schip in zicht? Ype weet het niet en hij denkt er niet over na. Lijfsbehoud van hemzelf, de bemanning en een drenkeling. Verder reikt zijn geestelijke horizon niet!
Mei- verhaal John
John is lid van de Schrijfgroep. De opdracht voor de maand mei was; Schrijf en verhaal naar aanleiding van een foto.
Comments