25 jaar canon-discussie.
+

Soms bevalt mij een zekere teleurstelling ten aanzien van onze tijd waarin kennelijk steeds minder mensen nog over zogenaamde ijkpunten, het zien van de culturele samenhang, beschikken.
Tegelijkertijd is men al zo’n twintig jaar bezig met een debat over een Nationaal Historisch Museum rond ons Nederlandse culturele erfgoed, of over de Canon van de Geschiedenis, een poging tot een geautoriseerde, officiële geschiedschrijving te komen.
Als een voorloper van dit lange debat zou men een lezing kunnen beschouwen, die Karel van het Reve ooit hield voor de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Het ging daar toen al om de kwestie van algemene ontwikkeling, om wat een bepaald beschaafd mens behoort te weten.
Een andere koploper is voor mij het lijvige boekwerk van de Duitse auteur Dietrich Schwanitz : “Bildung , alles was man wissen muss “ ( Eichborn Verlag, Frankfurt a. M, 1999, 544 pag. )
Deze studie bevatte vanaf de vroegste tijden tot dat tijdstip van 1999, een overzicht van boeken enzovoort, die ons beeld van de wereld hebben bepaald. Iets soortgelijks kan men in ons land vinden bij Andre Klukhuhn, “De Geschiedenis van het Denken: filosofie, wetenschap, kunst en cultuur van de Oudheid tot nu” (Bert Bakker, Amsterdam, 2003, 652 pag,).
In ons land barstte het Canon-debat pas echt los met het kleine boekje: De Canons, wat iedereen wil weten over geschiedenis, literatuur kunst en wetenschap (Bert Bakker, Amsterdam, 2006, 154 pag.). Ik had toen al het idee , dat je in plaats van “wil weten “ eigenlijk zou moeten lezen “moet weten “.
In datzelfde jaar 2006 verscheen de Canon van Nederland in twee delen “Toen en Nu “ onder redactie van Prof.dr.Frits van Oostrom., het boekwerk met de beroemde 50 vensters voor de Vaderlandse Geschiedenis vanaf de Hunebedden tot aan Europa. Vanaf dat moment was de Canon-epidemie niet meer te stuiten en ontstonden in korte tijd een Canon van de Filosofie (2008 ), een Beta Canon (2008 ) en iets later een Gamma Canon (2011 ).
De twee laatst genoemde Canonstudies stonden na de oorspronkelijke publicatie in de Volkskrant in de traditie van de 50 Vensters. Ook hier werd er gewerkt met 50 Kernbegrippen over “Wat iedereen moet weten van de Natuurwetenschap “, (Redactie Robbert Dijkgraaf , voorwoord van Ronald Plasterk ) en bij de Gammacanon: “Wat iedereen moet weten van de Menswetenschappen”.
Kortom ging het er om te laten zien wat elk ontwikkeld mens zou moeten weten over de wereld waarin wij leven. Al in 2009 wijdde het Boekman-Cahier Nummer 79 aan die door mij als Canon-epidemie aangeduide fenomenen.
In 2009 verscheen het boek :”van Spiegels en Vensters , de Literaire Canon” (Verloren , 325 pag.) In oktober 2022 kwam al weer een nieuwe Nederlandstalige Literaire Canon uit, met overigens nog steeds Max Havelaar van Eduard Douwes Dekker uit 1860 op de eerste plaats.
Vrij recent ontstond er weer wat rumoer en discussie rond de Canon van de Filosofie.
Het toeval wil , dat op 17-9-2021 door Elma Drayer (columniste bij de Volkskrant) een eerste notitie hierover werd gepubliceerd en precies een jaar later in de NRC van 17-9-2022 een vervolgverhaal . Dit debat was aangezwengeld door de VU Filosoof Carlo Ierna en ging weer eens over de kwestie of we niet zouden moeten afzien van zo’n Canon of minstens de vraag welke filosofen wij zouden moeten kennen. Nog iets meer bijzonder, in mijn ogen, was het feit dat 13 jaar na de toentertijd op grote schaal gewaardeerde Canon van de Geschiedenis deze al weer moest worden verbeterd.
Na de Canon van Oostrom kreeg nu James Kennedy (hoogleraar Moderne Nederlandse Geschiedenis aan de RUU) de opdracht als voorzitter van de Commis