15de Documenta in Kassel
- Karel Hupperetz
- 31 mei 2022
- 5 minuten om te lezen

Tussen 18 juni en 25 september vindt voor de 15de keer de beroemde Documenta-tentoonstellling in Kassel plaats. Dat is vrij kort na de 59ste Biënnale in Venetië (april-november2022).
Het leek mij een goed idee om iets over de voorgeschiedenis te vertellen van wat door velen wordt gezien als de belangrijkste kunstexpositie in Europa, zoals de NRC van 13.1.2022, die de Documenta de ‘meest invloedrijke tentoonstelling van hedendaagse kunst’ noemt.
Het begon in de oude residentiestad Kassel in 1955 onder leiding van grondlegger Arnold Bode (1900-1977) en Werner Haftmann (1912-1999) in en rond het classicistisch bouwwerk (1769-1779) Fridericianum aan de centrale Friedrichsplatz, ooit een plek voor de collecties en de bibliotheek van Friedrich II, dat na de verwoestingen van 1941 na de Tweede Wereldoorlog weer grotendeels in oude luister is hersteld.
In latere decennia vindt alles op talloze locaties in Kassel plaats.
De bedoeling was een eenmalige happening van honderd dagen, om het isolement van de Duitse kunst na de Tweede Wereldoorlog te doorbreken. Men wilde het publiek kennis laten maken met de moderne internationale kunst vanaf 1900 met name uit Duitsland en Frankrijk. Het ging om de historische avant-garde vanaf het Expressionisme als de basis voor de kunst in 1955.
Deze eerste Documenta was nog gekoppeld aan de Bundergartenschau (onze Floriade). Zo dacht men het vacuüm tussen 1933 en 1945 opnieuw te vullen en het publiek weer op te voeden met de stand van zaken in 1955, ook door een andere vorm van presentatie. Getoond werden 570 werken van 148 kunstenaars uit zes landen. Het werd zo’n succes dat in een vier-vijfjarenritme deze expositie werd herhaald.
Pas in latere afleveringen kreeg men naast de Europese kunst ook oog voor Amerika, de kunst uit de DDR, Azië en Afrika. Steeds meer speelden naast de esthetische ontwikkelingen ook maatschappelijke-politieke aspecten een rol van betekenis. Vanuit die breuk met de eurocentrische lijn werden de ontwikkelingen van de abstracte kunst, Pop Art, Conceptualisme, Minimal Art, videokunst en zo meer zichtbaar en werd de Documenta de plek voor een ‘globale’ wereldkunst en de vele vormen van een nieuwe beeldtaal.
Werner Haftmann had in 1954 het boek Malerei im Zwanzigsten Jahrhundert (Prestel Verlag, München gepubliceerd, lange tijd een standaardwerk voor de moderne kunst vanaf 1900 tot begin jaren 50. Na vier keer georganiseerd te zijn door Arnold Bode en de ontwikkeling van een fundamenteel concept voor de expositie trad in 1968, het jaar van de Studentenrevolte, een collectief van 24 mensen aan als curator. Ook de editie van dit jaar is opgezet door een collectief: het Indonesische groepsinitiatief de Ruangrupa Kuratier.
Van de jaren na de start noem ik slechts een paar markante voorbeelden.
1972, nr 5, o,l.v . de Zwitser Harald Szeeman (1933-2005), bekend door vele beroemde exposities. In zijn keuze kwam vooral het verzet tegen het musealiseren van de kunst en de ontwikkelingen in de commerciële kunsthandel naar voren.
In 1982, nr 7, trad de enige keer een landgenoot, Rudi Fuchs (1942) aan als curator, in zijn tijd als directeur van het Van Abbemuseum in Eindhoven.
Zijn accent was vooral een terugkeer van de schilderkunst, zoals we dat tot in onze tijd na kunnen lezen in zijn bijdragen in de Groene Amsterdammer (bijvoorbeeld 6.1.2022, met een vergelijking tussen Mondriaan en Georg Baselitz).
1992 nr .9. De Vlaming Jan Hoet (1936-2014) had voor die tijd naam gemaakt in Gent met de tentoonstelling ‘Chambres d’Amis’ in 51 huizen. Altijd al was hij een enthousiaste en bevlogen man, die voor een eigenzinnige Documenta zorgde. In later tijd was hij de geruchtmakende directeur van het Stedelijk Museum voor actuele kunst (SMAK) in Gent. Zoals Arnold Bode al wilde was deze Documenta over de hele stad Kassel verspreid met tal van nieuwe trends, een ontdekkingsreis rond het denken over kunst met zo’n 1000 werken van 197 kunstenaars.
1997, nr 10, is zeker het vermelden waard door de eerste vrouwelijke curator, de Française Catherine David. Door op zoek te gaan naar dwarsverbanden wilde zij de traditionele grenzen van de kunst doorbreken.
2007, nr 12. Vanuit mijn perspectief was deze editie o.l.v. het echtpaar Roger Buergel (1962) en zijn echtgenote Ruth Noack (1964) een van de meest belangrijke in de serie. Hier ging het erom de samenhang tussen de esthetische ervaring en de historisch-geografische context te ontdekken en hoe materiële elementen aan esthetische aspecten gekoppeld zijn.
De 100 kunstenaars waren deels onbekenden, om zo de ‘gecanoniseerde’ markt buiten spel te zetten en de marge in het centrum te plaatsen, dus niet langer het vertrouwde, bekende, maar de verrassing, waarbij de kijker zelf verbanden moet leggen. Ik ken geen eerdere editie, waarin zo duidelijk het zoeken, de twijfel, in een tijd zonder vaste ijkpunten, aan de orde werd gesteld. Voor deze twee curatoren was het de vraag of je met kunst nog steeds tot een kern door kunt dringen. Zoals bij de 18de-eeuwse filosoof Kant ging het om drie vragen: Wat is het leven? Wat moeten we doen? Wat is moderniteit? Zo ontstond een alternatieve kunstgeschiedenis met al zijn vertakkingen in een poging om zo in onze complexe werkelijkheid via de kunst tot inzichten te komen.
2017, nr 14. De voorlaatste editie stond o.l.v. de Pool Adam Szymczyk. Een van de opvallende zaken was, dat hij het plan had de oorlogskunstcollectie van de omstreden Cornelius Gurlitt te tonen. Verder vond deze keer de opening plaats in Athene, op 8 april. Het uitgangspunt was Learning from Athens en tegelijkertijd een ander perspectief te tonen op de veranderde verhoudingen in Europa. Pas op 10 juni volgde Kassel. Het gevolg van deze dubbele opzet waren grote financiële problemen en miljoenentekorten, door de hoge transportkosten en door misbruik van fondsen. Zo ontstond de noodzaak van noodhulp en garanties om de ontstane knelpunten en gaten in de begroting op te lossen. In 2019 werd dan ook Sabine Schormann als nieuwe zakelijk leider benoemd. Bij deze voorlaatste editie van 2017 heb ik met grote waardering kennisgenomen van het werk van de Argentijnse Marta Minuin (1943): een replica van het Parthenon, waarbij de zuilen gevormd werden door zo’n 100.000 ooit verboden boeken. Het is goed je te realiseren dat in 1933 op de Friedrichsplatz in Kassel de boekverbranding door de nazi’s plaatsvond.
Tot slot. Ik blijf van mening dat Kassel een goed beeld geeft van de wereldwijde ontwikkelingen in de kunst, ook al blijft het vaak eerder een essay in beeld, een vorm van ‘kunstpraat’.
Maar uiteindelijk gaat het eerder om het kijken/beschouwen dan om denken/reflectie of een politiek-maatschappelijke context. Het is nog steeds een prima maatstaf voor talloze ontwikkelingen, trends, bewegingen, ondanks de soms eigenzinnige keuze van de curatoren.
Het gaat erom, dat de kijker zonder vooringenomenheid leert verbanden te leggen.
Men zou Kassel in dit tijdsbestek van zo’n 50 jaar een soort van culturele hoofdstad van Europa kunnen noemen, waar je kunt terugkijken en vooruitkijken in deze staalkaart van hedendaagse kunst, waardoor het debat over kunst wordt voortgezet.
Karel Hupperetz
Comments