Op een dag stuurde mijn moeder mij onvoorbereid op pad om een boodschap te doen. Een gebruikelijke gang van zaken bij ons thuis: de kinderen vragen een boodschap voor moeders te doen. Meestal hadden we daar niet veel trek in. We speelden liever met vriendjes op straat. Toch kan ik mij niet herinneren dat wij ooit weigerden. Mijn broer had er de meeste moeite mee. Iedere zaterdagochtend werd hij langs winkels gestuurd om geld bestemd voor afbetaling, te overhandigen. Ik denk dat hij zich er een beetje voor schaamde. Als gezegd: nu was het mijn beurt. De gesp van een riem was dermate verbogen dat de tong steeds lossprong als de riem werd aangehaald. Aan het einde van de straat was een winkeltje met lederwaren gehuisvest. Mijn moeder had mij beter op het bezoeken van de winkelier moeten voorbereiden.
Bij binnenkomst zag ik een man met een afschuwelijk misvormd gezicht. Ik moet een jaar of 8/9 geweest zijn en dit had ik nog nooit gezien. Zijn gezicht zat onder de pukkels en zijn wangen hingen als kwabben naar beneden. Ik wist mij met de situatie niet goed raad. Ik raakte van mijn stuk, en uit het lood geslagen liep ik verlegen naar voren."Waar kom je voor?", zei de winkelier vriendelijk. Ik haalde de riem met de gesp tevoorschijn en legde het probleem uit."Kunt U dit repareren,is de vraag van mijn moeder"? antwoordde ik. De winkelier keek naar de gesp en vervolgens naar mij en antwoordde:"Ik zie het al, de tong ,de metalen pen, is te sterk verbogen.
Ik zal er een nieuwe gesp aan moeten zetten". Nu zag ik dat er ook pukkels op zijn handen zaten.
De winkelier begon tegen mij te praten:" Zo, ja,, je moeder heeft een paar keer te hard aan de riem getrokken".Hij maakt er een grapje van:" Doet ze aan de slanke lijn"? "Ja, zei ik, aarzelend en terwijl hij aan de gang ging met de kleine riemreparatie, herinnerde ik mij dat mijn moeder aan mijn vader vroeg de veters van haar korset strakker aan te trekken."Toe maar, goed aantrekken", riep ze dan."Ja maar, ik wil je toch geen pijn doen", repliceerde hij . "Geef niet, ik wil niet dat iemand ziet dat ik al een buikje krijg"! De riem met de kapotte gesp moest hier verband mee houden. Ook herinnerde ik mij de uitspraak:"wie mooi wil zijn, moet pijn lijden".
De winkelier begon weer tegen mij te praten:"O, dus je moeder wil afslanken". Hij liet de verbogen tong zien. Geduldig begon hij de gesp van de riem los te maken. Hij maakte gebruik van een scherp mes om het stiksel mee door midden te snijden. "Wonen jullie hier dichtbij?, ben je vrij van school, zit je op een voetbalclub? Langzamerhand begon ik mij me op mijn gemak te voelen en gaf hem beleefd antwoord op de gestelde vragen, terwijl ik toekeek hoe hij het probleem met de riem oploste.´Nou, dit karwei levert voor jou dan een heitje op", probeerde hij weer. "Was dat maar waar,dit levert niks op" antwoordde ik."Eén keer per jaar mogen we bij mensen aanbellen en vragen om een heitje voor een karweitje". De winkelier glimlachte:"Ben je ergens voor aan het sparen"?,"Ja, voor nieuwe voetbalschoenen, de mijne raken versleten", mijn grote teen komt er doorheen". De winkelier glimlachte opnieuw:" Toen ik jong was, werden de voetbalclubs opgericht,* maar gesport heb ik eigenlijk nooit vanwege mijn handicap.". "Kon U wel met de andere kinderen spelen"? Ik stond versteld van mijn eigen vraag."Nee, daarvoor,had ik teveel pijn" Ondertussen was de reparatie afgerond. Triomfantelijk hield hij het kleinood omhoog, en zei:"ziezo, dat is weer gepiept" en overhandigde mij de riem met de nieuwe gesp."Tot de volgende keer, maar weer", Ja,"Dag," riep ik en verliet de winkel.
Op mijn wandeling terug naar huis moest ik aan mijn buurmeisje denken. Stientje, hoewel ze eigenlijk naar prinses Christina vernoemd was. Iemand die niet of weinig met andere kinderen speelde, want ze had een handicap. Zij werd door ons een mongooltje genoemd.
Na die ene ontmoeting was mij duidelijk geworden wat het woord "gehandicapt"eigenlijk betekende. in ieder niet dat iemand daardoor niet aardig kon zijn. Als kinderen op straat konden wij vervelend zijn tegen in onze ogen vervelende mensen. Bijvoorbeeld tegen buurtbewoners die probeerden de bal af te pakken als we op straat aan het voetballen waren.Tegen gehandicapten waren we aardig, zoals mijn buurmeisje Stientje; met haar speelden we badminton, terwijl ze regelmatig de bal missloeg.
We hadden geleerd met andere ogen te kijken.
John Lahr
ความคิดเห็น